Enabel en OESO werken samen om innovatie te stimuleren
Bij Enabel geloven we dat innovatie zowel essentieel als instrumenteel is bij het aanpakken van veel van de complexe uitdagingen waar gemeenschappen wereldwijd voor staan. Maar investeren in innovaties is riskant. De vraag is dan ook: hoe breng je risico’s en voordelen in evenwicht? Hoe stel je prioriteiten op het vlak van innovatie? Hoe controleer je de effectiviteit, schaalbaarheid en relevantie van onze ondersteuning aan innovatie? Deze en andere vragen vormen de basis van een samenwerking tussen Enabel en de Innovation for Development Facility (InDeF) van de OESO die in 2022 van start ging.
Het InDeF-team van de OESO ontwikkelde een portefeuillebenadering van innovatie. Een portefeuillebenadering hanteert een balkonvisie op innovatie. Die helpt organisaties innovatieprocessen, -middelen en -prestaties af te stemmen op de organisatiedoelstellingen. Ze stelt hen ook in staat innovatie te volgen met het oog op schaalvergroting. Enabel-collega’s in Benin, Marokko en Palestina hebben deze portefeuillebenadering getest. Dat deden ze door hun huidige innovatieondersteunende activiteiten en investeringen te toetsen aan een aantal belangrijke criteria. Ze werden hierbij gecoacht door het OESO-team. Op die manier kreeg Enabel een beter inzicht in hoeveel, waar en hoe we investeren in innovatie in deze landen.
We hebben 5 belangrijke inzichten die voortkwamen uit het verkennende werk en de discussies op een rijtje gezet:
1. Walk the talk
Geen innovatie zonder financiële engagementen. Innovatie of innovatieondersteunende activiteiten vertegenwoordigden tussen 12 % en 20 % van de geanalyseerde portefeuilles in Benin, Marokko en Palestina. Dit is in lijn met de ambitie voor 2030 van Enabel om een rolmodel en bakermat van innovatie te worden in onze sector.
2. Streven naar impact bij opschaling
De gegevens suggereren dat het grootste deel van de investeringen plaatsvindt in ‘de middelste fasen van innovatie’ (‘proof of concept’ en ‘overgang naar opschaling’). Dat benadrukt hoe weinig investeringen, relatief gezien, worden besteed aan schaalvergroting. Toch waren alle Enabel-collega’s het erover eens dat ondersteuning voor schaalvergroting hard nodig is om de investeringen in onderzoek, proef- en demonstratieprojecten te valoriseren.
3. De balkonvisie aannemen om het grotere plaatje te zien
In plaats van naar elke activiteit en investering afzonderlijk te kijken, hebben we naar de hele innovatieportefeuille gekeken. Door de balkonvisie aan te nemen, gingen we ons vragen stellen als “Weerspiegelen deze innovatieactiviteiten de innovatieambities van Enabel en zijn partners in deze sector?” en “Moeten we meer investeren in disruptieve ideeën of moeten we ons richten op meer geteste en bewezen innovaties?” Willen we meer een innovatiepionier of een innovatie-adopter zijn?
4. Hulpmiddelen om bewijs bij te houden
Uit het proces kwam naar voren dat er een grote vraag is naar begeleiding en hulpmiddelen om het bewijs voor de impact in alle fasen van de schaalvergroting bij te houden. Innovaties moeten niet worden gestuurd door hypes of louter buikgevoel, maar door vroegtijdig testen, bewijs opbouwen en opschalen wat werkt. Collega’s van alle kantoren zouden graag hebben dat er wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van extra vaardigheden en hulpmiddelen.
5. Een gemeenschappelijk ‘innovatieverhaal’
Gaat innovatie over het toepassen van (digitale) technologieën? Wat beschouwen we als ‘opschalen’? Op welk moment is een innovatie niet langer ‘innovatief’, maar wordt ze onderdeel van onze standaard-toolbox? Het werd duidelijk dat Enabel een uitdaging deelt die maar al te vaak voorkomt in internationale ontwikkelingssamenwerking: een gebrek aan duidelijkheid over wat innovatie voor ons betekent, hoe innovatie zich verhoudt tot de taken van collega’s en partners in verschillende functies en wat het begrip schaalvergroting inhoudt.
Wat is de volgende stap?
Enabel zal verder bouwen op de lessen die we hebben geleerd uit onze portefeuilles in Marokko, Palestina en Benin. Een portefeuillebenadering of ‘balkonvisie’ kan onze partners en teams helpen om betere beslissingen te nemen – over wanneer, waarom en hoeveel te investeren in disruptieve innovaties of bewezen en geteste oplossingen, wanneer een innovatiepionier te zijn of een innovatievolger, of om beginnende vernieuwers of schaalvergroting in een bepaalde sector of een bepaald land te ondersteunen. In de nieuwe bilaterale landenprogramma’s van Enabel in Marokko en Benin zijn de geleerde lessen al verwerkt in een transversale innovatiestrategie. En er zit nog meer in de pijplijn. Het innovatieteam werkt aan een sensibiliseringscampagne rond innovatie, een innovatiespel en praktische schaalvergrotingsinstrumenten voor de projectteams. Dus: blijf ons volgen!
Credits/Disclaimer: Dit artikel kwam er dankzij een samenwerking tussen de OESO (Innovation for Development Facility) en Enabel. Medewerkers: Mansi Agarwal (OESO), Benjamin Kumpf (OESO), Toon Driesen (Enabel) en Philippine De Bruyn (Enabel). Je kunt het volledige artikel hier lezen.