Nieuws
25 oktober 2024
Meer impact door betere samenwerking in fragiele omgevingen
In de marge van de jaarlijkse bijeenkomst van de Wereldbankgroep in 2024 heeft Enabel samen met Expertise France, GIZ en SNV (als leden van het Practitioners’ Network) een evenement georganiseerd om een strategische dialoog op gang te brengen tussen de deelnemers (lidstaten, Wereldbankgroep, internationale financiële instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, Europese Commissie, Afrikaanse Unie, middenveldorganisaties en andere belanghebbenden op het vlak van ontwikkeling). Gespreksthema: het belang om voortaan nog meer samen te werken in fragiele omgevingen, de onderliggende oorzaken van fragiliteit aan te pakken alsook de daaraan gekoppelde kansen en uitdagingen.
We willen onze oprechte waardering uitspreken voor N. Francken, O. Elias en J. van de Poel van de Wereldbankgroep, die het event mogelijk hebben gemaakt. Ook dank aan alle deelnemers, alle panelleden en de moderator voor hun waardevolle inzichten en ideeën.
Mondiale uitdagingen herdefiniëren
Sinds 2020 krijgt de wereld te maken met een aantal elkaar overlappende crises die de moeizaam geboekte vooruitgang op het gebied van ontwikkeling ondermijnen. Fragiele landen worden het zwaarst getroffen. Dat zal ook zo blijven: tegen 2030 zal bijna 60 % van de allerarmsten in de wereld leven in landen die kampen met fragiliteit, conflicten en geweld.
Bovendien zijn fragiliteitsrisico’s nauw verweven met mondiale uitdagingen, zoals de klimaatverandering, voedselonzekerheid en menselijke mobiliteit. Het is dan ook van het grootste belang om ons te blijven inzetten en om het werk van ontwikkelingspartners af te stemmen op de Triple Nexus tussen ontwikkelingssamenwerking, humanitaire hulp, vrede en veiligheid, en tegelijk de collectieve ambitie om de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) te halen waar te maken.
“Niets doen kost méér dan ons blijven inzetten. Enabel en andere Europese ontwikkelingsorganisaties beschikken over een jarenlange ervaring met en expertise in het creëren van impact in fragiele situaties. We pleiten dan ook sterk voor een blijvende inzet. Ik ben blij om vandaag met vier organisaties, de Wereldbank en de EU daarvoor te kunnen pleiten”, stelde Jean Van Wetter, de CEO van Enabel.
“In fragiele situaties wordt er weinig tot geen vooruitgang in de SDG’s geboekt, en de kloof met de rest van de wereld wordt breder. We zouden ons allemaal grote zorgen moeten maken over de toenemende ongelijkheid en de mogelijke gevolgen daarvan op de stabiliteit in de wereld. Relevante vooruitgang in de richting van de SDG’s vereist aandacht voor structurele ontwikkelingen die een systemische transformatie in de hand werken door de veerkracht van lokale gemeenschappen en overheden te verhogen, de onderliggende oorzaken van fragiliteit aan te pakken en de nood aan humanitaire hulp te verminderen. Dat impliceert ook de uitbouw van partnerships op lange termijn, een sterke aanwezigheid ter plaatse en meer coherentie, niet alleen tussen het beleid en de tools, maar ook tussen onze woorden en onze daden. Met andere woorden: maken we onze beloften ook waar? Er is bovendien nood aan sterke partnerships tussen ontwikkelingsorganisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken, instellingen voor ontwikkelingsfinanciering en de privésector. Enkel door de krachten te bundelen kunnen we een verschil maken en transformatieve veranderingen tot stand brengen. Multilaterale ontwikkelingsbanken kunnen de veerkracht mee vergroten en bijdragen aan duurzame vrede via het creëren van banen, infrastructuur, digitalisering, landbouwinnovaties en een vlottere toegang tot basisdiensten”, bevestigde Heidy Rombouts, directeur-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp.
Een nieuwe invulling voor de gezamenlijke aanpak
Vanuit die optiek wilde het evenement drie strategische vragen aankaarten bij de deelnemers (Wereldbank, EDFI, EC, AU, partnerlanden, CSO en de privésector). Tegen de gediversifieerde achtergrond van de spelers rond de tafel ontstond een vruchtbare reflectie over de manieren waarop financiële en uitvoerende partijen synergieën kunnen uitbouwen en zo hun impact op internationaal niveau kunnen vergroten.
Ina Hommers, directeur-generaal Klantenbinding & Bedrijfsontwikkeling bij GIZ, stond stil bij het werk van ontwikkelingsorganisaties en hun bijdragen aan duurzamere investeringen en een gunstigere impact voor iedereen. Ze gaf toelichting bij best practices en de lessen die uit de implementering in partnerlanden kunnen worden getrokken:
“Door sectorale expertise ter plaatse – gekoppeld aan langdurige en op vertrouwen gebaseerde netwerken in partnerlanden – helpt het werk van organisaties voor technische samenwerking om de krijtlijnen uit te zetten voor projecten die investeringen structureren en de capaciteitsontwikkeling van partners ondersteunen. Daardoor zijn partnerlanden nog vaker bereid om de financiële steun te coördineren, controleerbare bestuursmechanismen op te zetten en transparante schema’s voor follow-up te hanteren. Die principes gelden ook in fragiele omgevingen, bij conflict en geweld: een blijvende inzet voor en ondersteuning van de stabilisatie in landen en regio’s is noodzakelijk, aangezien al twee derde van de 120 GIZ-partnerlanden met uitdagingen rond fragiliteit te maken krijgt. Indien nodig, gaat ons sectorale werk in fragiele situaties door. Denk maar aan Oekraïne of de regio rond de Sahel. In uiterst complexe en ontvlambare situaties van fragiliteit en crisis is financiële bijstand koppelen aan technische samenwerking van het grootste belang om in alle transparantie de meest kwetsbare groepen te bereiken terwijl er ook wordt gewerkt aan veerkracht om de economische groei in partnerlanden en -regio’s te bevorderen.”
Simon O’Connell, de CEO van SNV, ging dieper in op de noodzaak om publieke en private investeringen in complexe situaties te stimuleren en te zoeken naar manieren om te werken aan geïntegreerde veerkracht en inclusieve economische groei.
“Kwetsbare en door conflicten ondermijnde regio’s blijven enorme uitdagingen ervaren. In zulke situaties komen extreme armoede en acute voedselonzekerheid steeds vaker voor. We mogen echter niet vergeten dat in de voorbije jaren tastbare ontwikkelingsvooruitgang werd geboekt in fragiele situaties. Daaruit ontstonden kansen om de vooruitgang te versnellen en verder uit te bouwen. Dat moet ons hoopvol stemmen. In een tijd van toenemend scepticisme ten aanzien van officiële ontwikkelingshulp en in een periode waarin nationalisme en gevoelens van eigenbelang duidelijk in de lift zitten, moeten we ervoor zorgen dat ontwikkelingssamenwerking – inclusief mogelijkheden om ontwikkelingsfinanciering via innovatieve financieringsformules en geldstromen uit de private sector te bevorderen – de toch al groeiende kloof tussen fragiele en door conflicten ondermijnde regio’s en stabielere omgevingen niet verscherpt.”
Een nieuwe kijk op hoe het verder moet
Europese ontwikkelingsorganisaties dragen bij aan gezamenlijke oplossingen door de veerkracht van lokale gemeenschappen te versterken, de inspanningen voor vrede te ondersteunen en meer inclusieve bestuurssystemen te bevorderen. Via het Practitioners’ Network for Development (het toonaangevende netwerk van deskundigen op het vlak van Europese ontwikkelingssamenwerking) bouwen we aan synergieën en wisselen we ervaringen uit om onze gezamenlijke expertise te vergroten.
De kans om die expertise te belichten tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Wereldbankgroep, gaf ons de fantastische mogelijkheid om waardevolle actoren rond de tafel te brengen en aan te sturen op relevante partnerships.
Over hoe het nu verder moet, zei Jérémie Pellet, de CEO van Expertise France, het volgende:
“Werken in fragiele situaties vergt meer gezamenlijke en flexibele planning, onderbouwde keuzes van sectoren én gestructureerde en innovatieve strategieën. Een algemene aanpak zonder onderscheid kan onmogelijk werken. Alle aspecten van fragiliteit moeten worden aangepakt in het kader van een multisectorale strategie en via de rechtstreekse betrokkenheid van lokale gemeenschappen. Zo kan er worden ingespeeld op onmiddellijke noden, terwijl er werk wordt gemaakt van ontwikkeling op lange termijn. De gevolgen en onderliggende oorzaken van fragiliteit worden zo aangepakt via een strategie gericht op humanitaire hulp, ontwikkeling en vrede. Hoewel de initiatieven van Team Europe op heel wat bijval kunnen rekenen, is het niet onbekend dat we voor heel wat uitdagingen staan om ze op grotere schaal te kunnen toepassen. De essentiële nood aan politieke – en niet alleen operationele – steun en voldoende financiële middelen wordt benadrukt. Een sterk partnership met financiële ontwikkelingsinstellingen zoals de Wereldbankgroep is dan ook cruciaal.”