Digitale technologieën tillen het onderwijs in Oeganda naar een hoger niveau
Overal in de wereld worden digitale technologieën een integraal onderdeel van het onderwijs. Oeganda is zeker mee met die trend. We zien een duidelijke verschuiving van traditionele onderwijsmethoden naar meer praktische methoden die ICT gebruiken. Ook voor het beheer van onderwijsinstellingen worden ICT-oplossingen ingezet.
De uitdaging
Lange tijd waren de NTC’s in Oeganda afhankelijk van rudimentaire benaderingen voor hun lespraktijken en beheersystemen. (NTC’s of National Teachers’ Colleges zijn hogescholen waar studenten worden opgeleid om les te geven in het middelbaar onderwijs.)
Digitale leermiddelen zoals podcasts, screencasts en Google Classroom werden ingevoerd om het leerproces te verbeteren. Er bestond echter geen eenvoudige manier om na te gaan of deze ook effectief in de klas werden gebruikt. Of er bij het lesgeven en leren ICT werd gebruikt, hing dus vaak af van de bereidheid van de docenten om zich aan te passen. Dat was, en is in zekere mate nog steeds, slechts één van de vele uitdagingen waarmee de National Teachers’ Colleges worden geconfronteerd.
Daarnaast is er het absenteïsme van docenten. Dat is zeker geen nieuw probleem. Het blijft een van de oorzaken van slechte schoolprestaties in heel Afrika. Volgens de Wereldbank is naar schatting 30 % van de Oegandese leerkrachten niet aanwezig in het leslokaal. Om dat probleem aan te pakken, hadden de hogescholen een eenvoudig registratiesysteem opgezet waarmee ze de aanwezigheid van docenten konden nagaan. Het was echter een papieren systeem en het bleek onvoldoende om de dagelijkse aanwezigheid te controleren. De gegevens werden handmatig geëxtraheerd en dat leverde een slechte analyse op.
Digitalisering verwelkomen : de bottom-up benadering
Na overleg met de National Teachers’ Colleges introduceerden Enabel en het ministerie van Onderwijs en Sport een digitaal beheerinstrument om aanwezigheden te beheren: ‘Time-on-task’. Papier komt er niet meer aan te pas.
Het instrument is ontworpen om de dagelijkse aanwezigheid van NTC-medewerkers te controleren via registratie en het verzamelen van resultaten. Daarbij wordt vooral gekeken naar de uren en dagen die ze op de hogescholen doorbrengen.
Time-on-task maakt gebruik van gratis en opensourcesoftware om gegevens te verzamelen, genaamd KoboToolbox. Die is gemakkelijk te installeren op een Android mobiel toestel. De overstap van papieren aanwezigheidsformulieren naar een digitaal formaat maakt het verzamelen, analyseren en delen van gegevens over de aanwezigheid van docenten in alle NTC’s eenvoudiger. De registratietaak vergde vroeger heel wat tijd van de docenten, zij moesten immers aanschuiven en verschillende registratieboeken ondertekenen. Nu is de klus geklaard in een simpele klik.
Hoe werkt het?
De tool Time-on-task werkt zowel online als offline om dagelijkse aanwezigheidsgegevens te registreren. Zowel onderwijzend als niet-onderwijzend personeel meldt zich aan en af via een tablet die in de hogeschool is opgesteld. Het aanmeldingsproces is kort: de applicatie neemt een selfie als handtekening en registreert de tijd van de selfie. De procedure wordt nu verbeterd met observaties van studenten in het leslokaal die vooral focussen op de manier van lesgeven.
Hoe worden de observaties van de studenten in het systeem geïntegreerd? Er zijn studentenvertegenwoordigers gekozen, die gegevens over de lessen van de docenten digitaal in de tool invoeren. Deze gegevens worden door de hogeschool verzameld en vervolgens ter beschikking gesteld van het management.
Aanvankelijk hadden sommige docenten een negatief beeld van het systeem. Als reactie op deze bezwaren organiseerde de directie een reeks bijeenkomsten met studenten en docenten om de herwerkte tool te bespreken. Dankzij dit initiatief begonnen zowel studenten als docenten hun rol te waarderen. Nu beseffen docenten dat dit systeem kan worden gebruikt om hun rol als docent te helpen verbeteren, zodat ze kunnen groeien in hun vak.
De verzamelde gegevens worden elke maand geüpload naar de server. Dan analyseert het administratief personeel van de hogeschool deze in Excel. Zodra de analyse is afgerond, worden de resultaten gedeeld met zowel het personeel als het management van de National Teachers’ Colleges, inclusief het ministerie van Onderwijs en Sport – departement TETD (Opleiding en ontwikkeling van onderwijzend personeel). Dit soort toezicht biedt het bestuur van de hogescholen meer zekerheid dat het personeel is waar het moet zijn, en op het juiste moment.
“Vóór de invoering van Time-on-task lag het absenteïsme onder het personeel erg hoog. Als management hadden wij geen sluitend systeem om het personeel te controleren.” – Evelyn Lanyero, Directrice NTC Kaliro.
Deze eenvoudige tool heeft een enorme impact gehad. Sinds de invoering in mei 2019 pikken steeds meer personeelsleden de tool op en gebruiken ze hem om hun aanwezigheid tijdens de schooluren te registreren. In de eerste maand van de invoering heeft 26 % van het personeel van de vijf National Teachers’ Colleges zich aangemeld om de digitale tool te gebruiken. In december van datzelfde jaar gebruikte 85 % van de docenten het instrument.
In juni 2022 werd het instrument aangepast om de kwaliteit ervan te verbeteren. Nu kan ook de wijze van lesgeven worden gecontroleerd.
De nieuwe update moet het hogeschoolbestuur het broodnodige inzicht geven in het aantal lessen dat wordt gegeven met behulp van verschillende vormen van ICT-tools zoals Google Classroom, podcasts, video’s, screencasts en nog veel meer. Tot nu toe heeft de tool meer dan 62 lessen geregistreerd die in juli 2022 met behulp van ICT zijn gegeven.
“Met Time-on-task zijn we overgestapt naar de technologie van de 21e eeuw. Het maakte ons ook vertrouwd met het gebruik van digitale hulpmiddelen in het dagelijks leven.” – David, Docent lichamelijke opvoeding NTC Kaliro.
Samenwerken is essentieel
We schrijven dit soort succes niet alleen toe aan de invoering van digitale innovatie, maar ook aan het samenwerkingsproces voor de uitvoering ervan, met name van het hogeschoolbestuur, het verantwoordelijke personeel en de klascoördinatoren.
Enabel heeft zich veel moeite getroost om het personeel van de NCT’s vanaf het begin bij de ontwikkeling van het digitale instrument te betrekken. Dankzij voortdurende tests en feedback is het aangepast aan de behoeften van de NTC’s.
De belangrijkste factor die heeft bijgedragen tot de invoering van het Time-on-task-instrument is dat het onderwijzend personeel het doel ervan inziet, namelijk het verbeteren van de onderwijsdiensten, en de promotiekansen die eraan verbonden zijn. Time-on-task heeft bijgedragen tot een positieve mentaliteitsverandering ten aanzien van digitalisering. Doordat het instrument het absenteïsme van docenten zo doeltreffend terugdringt, heeft het de digitale geletterdheid gestimuleerd.
Het heeft er ook mee voor gezorgd dat digitale instrumenten voor beheer, lesgeven en leren aanvaard worden. Dat omvat het gebruik van QuickBooks voor financieel beheer, Koha voor bibliotheekbeheer en ICT-instrumenten (padlet, Google Drive) voor lesgeven en leren binnen de school.
Wat nu?
Andere onderwijsinstellingen in Oeganda tonen grote belangstelling voor het instrument en vroegen het te installeren om de aanwezigheid van hun personeel te controleren. Een daarvan is de Muni University, die op een steenworp afstand ligt van het National Teachers’ College van Muni. Toen ze het effect van Time-on-task in het Teachers’ College van Muni hadden gezien, toonden ze interesse om het instrument te gebruiken om de aanwezigheid binnen de universiteit te controleren.
Het ministerie van Onderwijs en Sport heeft dit instrument ook overgenomen om de aanwezigheid van het personeel van het departement TETD te controleren. Dr. Jane Egau, directrice van HTVET (Higher Technical Vocational Education and Training), stelde verbetering vast in de aanwezigheid van het personeel. “We zijn ook van plan om het uit te breiden naar andere instellingen, want in het onderwijs is tijd zó belangrijk. Ik denk dat we leerkrachten moeten bewustmaken om hen dit inzicht bij te brengen,” klinkt het enthousiast.
De National Teachers’ Colleges zijn tegenwoordig een lichtend voorbeeld van digitale transformatie voor veel onderwijsinstellingen in Oeganda. Met de steun van Enabel blijven deze hogescholen zich ontwikkelen als centra van uitmuntendheid in het beroep van leerkracht. De ontwikkeling wordt ondersteund door het ‘Teacher Training Education Project’ (TTE) van Enabel in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs en Sport. Het sluit ook aan bij de strategische prioriteiten van het Digital for Development (D4D) beleid van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
In een notendop
- Het TTE-project bereikt meer dan 3.744 DES-studenten (toekomstige leerkrachten secundair onderwijs) en 221 docenten.
- Het wordt uitgevoerd in vijf National Teachers’ Colleges over heel Oeganda, in Muni, Kabale, Kaliro, Unyama en Mubende.
- Budget: 15,5 miljoen euro, met een overbrugging die 7,5 miljoen euro dekt.
- 3.801 NTC-studenten en docenten hebben de onlinecursus ‘Technology Enhanced Learning’ afgerond.