Hoe kan de zuivelindustrie in Niger de lokale vraag bijbenen?
Hoe kunnen we het hele jaar door genoeg melk produceren om aan de lokale vraag te voldoen? Dat is de hamvraag voor de zuivelindustrie in Niger. Het aanbod neemt er wel toe, maar blijft onvoldoende. Het antwoord ligt bij de inzamelcentra en zuivelfabrieken, belangrijke spelers in de melkketen. Ontdek hier hoe de sector stilaan professioneler wordt in Niger.
In 2022 ondersteunde Enabel een project om de lokale melkproductie in het zuidwesten van Niger te verbeteren. Het project bestaat uit drie onderdelen:
- De herstructurering en modernisering van de zuivelfabriek in Gaya, een industriële melkverwerkingsfabriek;
- De bouw en uitrusting van vier melkinzamelcentra, waarvan er twee de zuivelfabriek in Gaya moeten bevoorraden;
- De bouw en uitrusting van drie mini-zuivelfabrieken in Doutchi, Konni en Tahoua.
Doel van het project? De zuivelproductiviteit in de regio verhogen, de marges voor boeren verbeteren en de jobcreatie voor jongeren en vrouwen stimuleren. Enabel helpt ook bij het opzetten van een merk van fairtrade-zuivelproducten onder het label FairNiger, in samenwerking met Oxfam en Faircoop. Het is een goede gelegenheid om een duurzaam bedrijfsmodel verder te promoten, met een centrale rol voor lokale melkproducenten.
Context: het aanbod voldoet niet aan de vraag
In Niger wordt 50 % van de nationale behoeften gedekt door melk en zuivelproducten in te voeren. Hoewel de melkproductie toeneemt, blijft de lokale vraag nog onbevredigd.
80 % van de invoer bestaat uit goedkoop melkpoeder uit Europa, Azië en Latijns-Amerika, regio’s waar een productieoverschot heerst. Vooral stedelijke consumenten geven de voorkeur aan deze geïmporteerde zuivelproducten, ze hebben vaak geen andere keuze. 80 tot 85 % van de melk die in de Nigerese steden wordt verwerkt, wordt namelijk gemaakt van melkpoeder. Dit gegeven wordt nog versterkt door het belastingbeleid van de overheid, dat melkpoeder bevoordeelt en goedkoper maakt dan lokale melk.
Daardoor is lokale melk momenteel bijna twee keer zo duur als melk die is aangemaakt met melkpoeder. Het probleem is dus dubbel: de lokale productie is niet voldoende, maar zelfs als dat wel zo zou zijn, zou een deel van de bevolking de melk waarschijnlijk niet kunnen kopen.
Waarom de lokale productie niet kan concurreren
Maar waarom kan de lokale zuivelindustrie niet genoeg betaalbare melk leveren? Niger heeft immers meer dan 48 miljoen stuks vee – koeien, schapen, geiten en kamelen – bijna twee keer zoveel als er mensen wonen. Daar zijn veel redenen voor:
- De opbrengst van het vee is laag: een koe in een landelijke omgeving produceert gemiddeld 1 tot 3 liter melk per dag. Ter vergelijking: een melkkoe in Frankrijk produceert gemiddeld 28 liter melk per dag, 10 maanden per jaar*. Met andere woorden, er is genoeg vee in Niger, maar de opbrengst is laag. En varieert van jaar tot jaar.
- De productie is seizoensgebonden: tijdens het regenseizoen is de productie veel hoger dan de rest van het jaar.
- De producenten wonen sterk verspreid: dat maakt de inzameling moeilijk en duur.
- Het verkoopnetwerk is slecht ontwikkeld: omdat de inzameling ingewikkeld is, is er weinig melk om op de markt te brengen. Daarom wordt de melk die op het platteland wordt geproduceerd voornamelijk lokaal geconsumeerd. Omgekeerd geldt ook: als de melk niet wordt ingezameld, is er geen reden om de productie of de opbrengst te verhogen. Kortom, het is een soort vicieuze cirkel.
Natuurlijk zijn al deze factoren met elkaar verbonden en versterken ze elkaar. De gebrekkige ontwikkeling van de zuivelsector vormt echter een dubbele uitdaging voor Niger. Aan de ene kant is het een echt verlies van inkomsten op economisch vlak en op het gebied van werkgelegenheid. Aan de andere kant is er de kwestie van zelfvoorziening op voedselgebied. Vooral omdat verwacht wordt dat de vraag naar zuivelproducten sterk zal stijgen door de bevolkingsgroei en de toegenomen consumptie per hoofd van de bevolking.
Ondanks hun lage koopkracht zouden de Nigerezen meer lokale melk willen consumeren, die een hogere voedingswaarde heeft dan die van geïmporteerd melkpoeder. Vandaar het belang van projecten zoals de zuivelfabriek in Gaya en de inzamelcentra. Naast het commerciële aspect willen ze ook de opbrengst en de kwaliteit van de melk verhogen: door genetische verbetering, betere omstandigheden voor de veehouderij (voeder, gezondheid van de dieren, enz.), verbeterde hygiëne- en verpakkingsnormen, enz.
Hoe werkt de zuivelfabriek in Gaya?
De zuivelfabriek in Gaya produceert een reeks zuivelproducten van rauwe melk die wordt opgehaald bij boeren en inzamelcentra. De productiecapaciteit wordt geschat op gemiddeld 2.500 liter per dag. De belangrijkste producten zijn yoghurt en verse gepasteuriseerde melk – en in de toekomst UHT-melk. De producten worden verkocht op de lokale markt, maar de zuivelfabriek hoopt uiteindelijk ook de nabijgelegen grensmarkten van Benin en Nigeria te bereiken.
- De renovatie van de zuivelfabriek omvatte het volgende:
- De bouw van een productieruimte en een administratief blok;
- De levering van ophaalmateriaal (blikken en emmers) en productie-uitrusting;
- De aankoop van twee koelwagens en een generator voor elektriciteit;
- Aansluiting op stromend water.
Maar er moet ook gezorgd worden voor een regelmatige aanvoer naar de zuivelfabriek. Daartoe zijn er twee melkinzamelcentra opgezet rond de zuivelfabriek in Gaya.
De essentiële rol van inzamelcentra voor melk
De centra verzamelen en/of ontvangen rauwe melk van producenten, controleren de kwaliteit en verkopen de melk aan de zuivelfabriek voor verwerking.
Elk melkinzamelcentrum heeft een productieruimte, een bank voor veevoer met een capaciteit van 200 ton en ophaalmateriaal. Ze werken deels op zonne-energie en deels op een generator.
De centra worden gerund door zuivelcoöperaties. Ze bieden boeren een regelmatige bron van inkomsten en adviseren hen over hoe ze de gezondheid van hun kuddes en de kwaliteit van de melk kunnen verbeteren. Naast de twee inzamelcentra die verbonden zijn aan de zuivelfabriek in Gaya, zijn er nog twee andere inzamelcentra en drie mini-zuivelfabrieken gebouwd in andere zuivelgebieden.
Voedselzekerheid versterken en jobs creëren
De zuivelfabriek werd op 5 oktober 2022 ingehuldigd door de Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking, Meryame Kitir, en de Nigerese minister van Veeteelt, Tidjani Idrissa Abdoulkadri.
“Als minister van Veeteelt zal ik samen met de ministeries en instellingen van de partnerstaat alles in het werk stellen om dit centrum levensvatbaarder te maken ten behoeve van de begunstigde bevolkingsgroepen. De vele manieren waarop de Belgische ontwikkelingssamenwerking ons productiesysteem steunt, zijn gericht op het verbeteren van de voedselzekerheid en -kwaliteit en op het creëren van werk voor vrouwen en jongeren.” Tidjani Idrissa Abdoulkadri, minister van Veeteelt van Niger.
De melksector ontwikkelen is cruciaal als we de voedselzekerheid in Niger willen verbeteren. Zuivelfabrieken en inzamelcentra helpen de lokale melkindustrie te stimuleren. Maar het ontbreekt nog steeds aan substantiële investeringen. Via projecten zoals de zuivelfabriek in Gaya willen we bijdragen aan een voedingsoplossing op basis van lokale kwaliteitsproducten.