“Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt” *
Sandra Galbusera is landenvertegenwoordigster voor Enabel in Niger. Als vertegenwoordigster is het haar taak om de programma’s te beheren en ervoor te zorgen dat ze goed worden uitgevoerd. Achter haar functie als vertegenwoordigster schuilt iemand die oog heeft voor haar omgeving en oor heeft voor de adviezen van haar medewerkers. Vandaag heeft Sandra het met ons over gelijke kansen, feminisme en sociale rechtvaardigheid.
“Wat mij het meest motiveert in mijn werk zijn de menselijke relaties, het contact met andere partners en collega’s, maar vooral met de begunstigden. Wanneer een vrouw uit een project tegen me zegt dat Enabel op de een of andere manier haar leven heeft veranderd, dan moedigt dat me enorm aan om door te gaan en vooruitgang te boeken. Het is heel anders dan werken in Brussel, want hier zien we elke dag dingen die ons motiveren om verder te gaan. Ik ben ook omringd door een bekwaam team. Dat stelt me gerust omdat ik op hen kan vertrouwen en omdat ik weet dat ze me zullen begeleiden als dat nodig is.”
Kun je ons vertellen over een keerpunt in je carrière?
Een keerpunt in mijn leven was de ontmoeting met Fati (Fati is een pseudoniem), een tienermeisje van 13 jaar. Fati was naar België gekomen om haar levenservaring te delen. Dat was in het kader van het werk van een liefdadigheidsinstelling.
Fati was van kinds af aan door haar vader beloofd aan een veel oudere man die ze niet kende. Op 13-jarige leeftijd moest ze verhuizen naar het huis van die man. Op een nacht wilde de man seks met haar hebben, maar ze weigerde en kon ontsnappen door over de muur te klauteren. Tijdens haar vlucht herinnerde Fati zich het bestaan van een ngo die een familielid van haar had geholpen om te ontsnappen aan een kindhuwelijk. Ook zij werd opgevangen door deze organisatie. Het was met dezelfde ngo dat ze naar België kwam om te getuigen over haar leven voor het Parlement en Koningin Mathilde.
Wat mij bijzonder raakte, was dat dit meisje precies dezelfde leeftijd had als mijn dochter. In feite hebben ze elkaar daarna bij mij thuis ontmoet. Toen ben ik betrokken geraakt bij de strijd tegen kindhuwelijken en dat is een van de redenen waarom ik momenteel in Niger werk.
Werd je op het werk al geconfronteerd met het feit dat je een vrouw bent?
Ja, ik heb al weerstand gevoeld gerelateerd aan het feit dat ik een vrouw ben. Een vrouwelijke leider roept soms weerstand op, niet alleen bij mannen, maar ook bij vrouwen die het niet gewend zijn om een vrouwelijke leidinggevende te hebben. Die weerstand kan worden geassocieerd met leiderschapsstijl, maar het is ook een kwestie van gewoonte: er is nog niet veel vrouwelijk leiderschap in sommige sectoren. Vrouwen in machtsposities zijn sowieso vrij zeldzaam. Toch voel ik ook voordelen met de vrouwelijke collega’s: zij voelen zich meer op hun gemak en dat schept heel snel solidariteit. Als vrouw denk ik ook dat ik zowel op organisatorisch als programmatisch vlak gemakkelijker rekening zal houden met gender en de strategische belangen van vrouwen bij het ontwikkelen van nieuwe activiteiten.
Zijn er rolmodellen voor toonaangevende vrouwen die je inspireren?
Jazeker, dan denk ik meteen aan mijn grootmoeder van moederskant. Zij was op haar veertigste weduwe en had acht kinderen. Ze is altijd heel open geweest en heeft zich altijd kunnen aanpassen aan het moderne leven. Voor haar betekent een echtscheiding niet noodzakelijkerwijs een mislukking. Vrouw en man verdienen een tweede kans. Voor haar is een geliefde hebben een manier om elkaar beter te leren kennen. Ze heeft zich weten aan te passen aan de veranderende wereld om haar heen. Ze inspireert me omdat ze mee is gegaan met de tijd. Van haar heb ik geleerd dat je anderen niet moet beoordelen met je eigen referentiekader want soms is dat ouderwets of traditioneel. Haar leven was zeker niet gemakkelijk, maar ze is een vrouw die met een glimlach en met vreugde heeft gevochten ondanks de moeilijkheden.
Een andere vrouw die mij heeft geïnspireerd is een Ethiopische boerin die in een zeer bescheiden dorp woont. Ik heb een poos bij haar gewoond, in haar huis zonder water, zonder elektriciteit. Ik ben daar naartoe gegaan om een antropologische studie te doen en ze heeft me goed ontvangen. Ook zij was weduwe, moeder van vijf zonen. Ze was zo dapper. Ik dacht aan alle luxe die ik thuis had en ik zag haar elke dag vechten om te overleven. Ik kan alleen maar bewondering en respect opbrengen.
Hoe zou je graag meer gendergelijkheid, diversiteit en inclusie bereiken?
Ik zou graag zien dat wat wij in onze programma’s en projecten bepleiten, zoals de mensenrechtenbenadering en gelijke kansen, ook effect heeft in het privéleven van partners en collega’s. Dus niet alleen op het niveau van het project. Ik wil dat dit een debat op gang brengt over de discriminerende aspecten die nog steeds bestaan, die voortduren en die soms zeer moeilijk uit te bannen zijn.
Ik zou graag zien dat er voldoende transparantie, vertrouwen en bereidheid is om hierover onder elkaar te praten. Dat dit zonder taboes kan en dat dit op de middellange en lange termijn een positief effect zal hebben op het privéleven van onze collega’s. Ik zou echt trots zijn als we erin slagen om dit soort blijvende veranderingen op gang te brengen.
Als we het hebben over diversiteit en inclusie, denk ik bijvoorbeeld aan homoseksuelen. Het onderwerp is moeilijk bespreekbaar, maar zij hebben nog steeds moeite met integratie, of het nu hier in Niger is, of in België en elders in de wereld. Toch moeten ze als volwaardig lid van de maatschappij worden opgenomen en gelijk worden behandeld.
Wat kunnen we doen om de gelijkheid van mannen en vrouwen binnen Enabel te verbeteren?
Ik probeer altijd rekening te houden met gelijke kansen en gendergelijkheid, want eerlijkheid en rechtvaardigheid komen voor mij altijd op de eerste plaats. Ik zou nooit een actie ondernemen die een van beide groepen discrimineert. Dit betekent bijvoorbeeld dat iedereen recht heeft op een opleiding, ongeacht zijn of haar functie: of het nu een projectmanager, chauffeur of technisch assistent is. Hetzelfde geldt voor aanwervingen: we moedigen vrouwen aan om te solliciteren, maar we gaan niet positief discrimineren en kiezen voor iemand alleen omdat ze een vrouw is.
Welk advies zou je je vrouwelijke collega’s willen geven?
Mijn boodschap aan mijn vrouwelijke collega’s is heel eenvoudig: vecht voor zelfbeschikking! Zelfbeschikking is voor mij iets heiligs, dat zoveel mogelijk moet worden nagestreefd en gerespecteerd. Voor mijn vrouwelijke collega’s betekent dat authentiek zijn, zichzelf zijn: durven zeggen wat ze denken, durven doen wat ze willen. En dat in volledige gelijkheid, met respect voor onze mannelijke collega’s, maar vooral met de ambitie om te strijden voor gendergelijkheid. Ik wil dat ze hun gedrag en meningen vrij kunnen kiezen, zonder enige druk van buitenaf.
Wat me hier in Niger opvalt, is dat ik in vergaderingen vaak de enige vrouw ben. Er moet nog veel gebeuren om het ‘glazen plafond’ dat vrouwen tegenhoudt, te doorbreken. Hoewel vrouwen steeds vaker werken, moeten ze hun inspanningen om hogere functies te bekleden nog steeds verdubbelen. En toch zouden ze dezelfde kansen en werkomstandigheden moeten hebben als mannen.
* Sandra Galbusera citeert in deze context graag de Franse schrijfster Simone de Beauvoir. Het illustreert hoe gelijke kansen, feminisme en sociale rechtvaardigheid haar na aan het hart liggen.