Kweken van kleine herkauwers in Mali: het verhaal van Nana Sangaré Dembélé
In Mali verhoogt het professionaliseren van het vetmesten van kleine herkauwers door vrouwen het gezinsinkomen en de weerbaarheid van familiebedrijven tegen klimaatverandering. Nana Sangaré Dembélé kreeg een technische opleiding en werd zelf trainer.
“In twee jaar tijd heb ik vier ossen aangeschaft en dankzij deze activiteit heb ik twee van mijn kinderen in een privéschool kunnen inschrijven om hen een betere toekomst te garanderen”, vertelt Nana Sangaré Dembélé, een landbouwster uit Koulikorostreek in Mali.
“Dankzij mijn opleiding in veeteelt- en landbouwmanagementtechnieken heb ik mijn inkomstenbronnen kunnen diversifiëren. Naast de veeteelt kon ik nieuwe inkomsten genereren door de productie en verkoop van likstenen, die ik tijdens de opleiding heb leren maken. ”
In Mali, een agrarisch land, verdient 30% van de bevolking zijn inkomen uit vee of gewassen. De sector vertegenwoordigt er 14% van het bbp. Al meer dan drie decennia wordt het land echter regelmatig geconfronteerd met misoogsten.
Om dit probleem aan te pakken en de bevolking weerbaarder te maken tegen deze nieuwe situatie hebben Mali en zijn partnerlanden technieken gezocht die door agro-pastoralisten kunnen worden toegepast. Een van de technieken waar de belanghebbenden de voorkeur aan geven is het vetmesten. Dit is een vorm van vetmesten van schapen, geiten en runderen die het inkomen van de landbouwers en landbouwsters verhoogt.
Het kan zowel rond grote steden als op het platteland worden toegepast. Aangezien deze activiteit veel minder verplaatsingen vergt dan de nomadische veeteelt, kiezen steeds meer vrouwen zoals Nana voor deze opleiding om hun gezinsinkomen te diversifiëren en zelfstandiger te worden.
Kennis delen
In de Koulikorostreek ondersteunt Enabel de ontwikkeling van de vetmesterij en vergemakkelijkt de uitwisseling van kennis tussen sectorgenoten via farmer field schools. Zo nam Nana deel aan een reeks opleidingen om haar vaardigheden op dit gebied te ontwikkelen.
“Vóór deze opleidingen werkte ik niet professioneel genoeg omdat ik geen bedrijfsboekhouding bijhield,” legt Nana uit. “Ik heb kunnen leren over diergezondheid, het gebruik van stro – dat een zeer rijk voedsel voor het dier is – en technieken voor het maken van likstenen, evenals het financiële beheer van mijn bedrijf. ”
Thuis creëerde Nana haar eigen schoolveld. Zij leidde op haar beurt twintig vrouwen op in de praktijken die zij tijdens de opleidingen had verworven. Samen konden ze een gezamenlijke bankrekening openen waarmee ze dieren konden kopen – gemiddeld drie schapen per vrouw -, ze vetmesten en ze tegen een premie verkopen tijdens het Tabaski-feest. Zij konden ook geld lenen, wat door het project werd vergemakkelijkt.
Sindsdien is er wel wat veranderd op het bedrijf van Nana: om de twee weken komt een dierenarts haar dieren in de vetmeststal onderzoeken. Hierdoor kan zij beter vetgemeste en gezondere dieren op de markt brengen. Op basis van haar ervaring met dierenvoeding en -gezondheid verkoopt zij nu minstens drie rammen per kwartaal, in plaats van drie per jaar in het verleden. Dit is een goede zaak voor zowel de landbouwers als de consumenten, aangezien het vlees dat met deze technieken wordt geproduceerd van betere kwaliteit is.
Naast haar boeiende ervaring als trainer wil Nana in de nabije toekomst haar activiteiten diversifiëren, onder andere door de verkoop van veevoer en likstenen en door de opslag van veevoer.
Het vetmesten in Mali in cijfers
In 2020 werden in Mali 60.315 runderen, 119.145 schapen, 19.505 geiten en 911 varkens geslacht. Vrouwen namen respectievelijk 2.752 runderen (4,56%), 21.774 schapen (18,27%), 5.793 geiten (29,7%) en 294 varkens (33,10%) voor hun rekening.
Ondanks het enthousiasme van vrouwen voor het vetmesten blijft hun aandeel in deze sector nog steeds beperkt, met name omdat zij moeilijk toegang hebben tot de beschikbare financieringsbronnen.